ALOTE
Alote is een vrijwillig initiatief voor (anonieme) eicel-, sperma- en embryodonoren.
Alote ontstond nadat ik zelf bewust alleenstaande mama werd dankzij een anonieme spermadonatie. Nadat ik zelf mijn kinderwens in vervulling mocht zien gaan en mijn dochtertje al bijna 2 jaar werd, verdiepte ik mij in het thema van donorconceptie. ‘Hoezo deed je dat toen pas?’, hoor ik je jezelf bedenken. En terecht is dat. Ik had de invulling van mijn kinderwens zo lang ik kon uitgesteld in de hoop het ouderschap toch gewoon samen met een partner te kunnen aangaan maar de tijd drong nu heel erg hard. Dus daarom ging ik ervoor zonder mij er eerst volledig in te verdiepen.
In eerste instantie zocht ik hoofdzakelijk informatie om haar zo goed mogelijk te kunnen begeleiden wanneer ze vragen zou beginnen stellen. Wat ik op voorhand wel had beslist, is dat ik er zo normaal en open mogelijk over zou spreken. Dat het geen ‘geheim’ zou zijn. Maar nu wrong dat anonieme karakter van de donatie bij mij heel erg hard. En ik wou iets proberen doen om mijn gemaakte fout daarin ‘goed te maken’.
Maar wat ik ontdekte over donorconceptie was alles behalve allemaal rozengeur en maneschijn. Sommige informatie ervaarde ik zelfs als schokkend. Dat inspireerde mij om te starten met het vrijwillig initiatief Alote. Om eicel-, sperma- en embryodonoren trachten te verenigen in functie van lotgenotencontact voor hen mogelijk te helpen maken. En, om hopelijk samen een belangrijk verschil te kunnen maken voor individueel betrokkenen maar ook op beleidsmatig vlak.
Waar staat 'Alote' voor?
Om mijn vrijwillig initiatief een mooie naam te geven, was ik op zoek naar mooie en toepasselijke beeldspraak. En naar een mooi woord. Aanvankelijk had ik ‘uit de schaduw’ in mijn hoofd. Maar dat voelde niet juist omdat het iets duister en ongeoorloofd over zich heen kreeg, vond ik. Iets negatief dat verborgen was en nu in het zicht zou worden geforceerd. Dat strookte echter helemaal niet met mijn intentie. Dus ik trachtte het positief om te draaien en toen kwam ik uit bij ‘in het licht’. Voor mij klonk dat echt als de bewuste keuze van iemand om in het licht te stappen. En als moedig om zich voorbij het taboe, de schaamte en het ongemak trachten te bewegen. Als groeiend bewustzijn.
Met beeldspraak wordt ‘figuurlijk taalgebruik’ bedoeld. Dus donoren motiveren ‘in het licht’ te stappen is niet letterlijk het doel van Alote. De figuurlijke betekenis van Alote is het besef dat je als donor je bereikbaar en vindbaar kan opstellen voor eventueel zoekende donorkinderen. En daarin als donor jouw stukje verantwoordelijkheid in kan opnemen om de lijdensweg en zoektochten flink in te korten in tijd en intensiteit.
Dat wil niet zeggen dat je daarmee in de schijnwerpers komt te staan of meteen een radio interview moet geven of met jouw getuigenis in één of andere krant moet willen verschijnen. Absoluut niet. Het hele thema van donorconceptie onder de publieke aandacht brengen is wel een serieuze, belangrijke, noodzakelijke zaak. Maar hieraan bijdragen of meewerken is absoluut geen vereiste voor donoren die Alote wensen te contacteren.
‘Alote’ is (volgens google translate) Bengaals voor ‘in het licht’
Wie kan bij Alote terecht?
Elke eicel-, sperma- en embryodonor is welkom bij Alote. Ongeacht of je al voor jezelf besloot of je je vindbaar en bereikbaar wil opstellen. Voor zover ik het hoor bij donoren die ik al sprak, is het een heel proces om tot zo’n beslissing te komen. Vaak denken donoren jarenlang niet na over hun periode van doneren. En komt het thema pas vele later in hun leven weer in hun gedachten en rijzen er dan pas vragen en bedenkingen bij de gemaakte keuzes uit het verleden. Net omdat er zoveel kan bij komen kijken, kan het als heel zinvol en heilzaam ervaren worden om in gesprek te kunnen gaan met andere donoren.
Het belangrijkste standpunt van Alote is wel het erkennen van de rechten van de verwekte donorkinderen. En daaruit voortvloeiend de bereidheid om voor eventueel zoekende donorkinderen zich bereikbaar en vindbaar op te stellen.
Waarom Alote gestart?
Met elke podcast die ik beluisterde, hoorde ik de lijdensweg en prangende hulpvraag van zoekende donorkinderen sterker en sterker. Mijn bewustzijn groeide over het belang van op zijn minst gewoon iets kunnen weten over de persoon waarvan je afstamt ifv iemand identiteitsontwikkeling. Niemands afstammingsverhaal hoort vol te zitten met geheimen, onduidelijkheden en vraagtekens.
Met het lezen van het boek van Tinne Claes ‘Zaad zonder naam‘ werd mij pijnlijk duidelijk hoe lang de praktijk van donorconceptie onder de radar functioneerde. Hoe die hardnekkige houding van absolute geheimhouding tot stand kwam en zo hardnekkig in stand blijft. Hoe de Belgische wetgeving vele jaren lang serieus nalatig is geweest. En hoe broodnodig het is dat belangengroepen allerhande relevante thema’s onder de aandacht blijven brengen.
Maar vooral ook hoe moeilijk het voor donoren wellicht is, om effectief uit die anonimiteit te stappen omdat het zo hard met de paplepel werd ingelepeld. En welke vraagstukken daarbij allemaal op hun bord komen te liggen. Vraagstukken waarvoor er (door die houding van absolute geheimhouding) zelden tot nooit aandacht en begeleiding was voor de donoren.